In een verrassende wending heeft de rechtbank in Almelo de verdachte, die beticht werd van wapenbezit, vrijgesproken. Er kon volgens de rechters geen onomstotelijk bewijs worden geleverd dat hij daadwerkelijk de man was met het kenmerkende blonde stekeltjeshaar die wapens zou hebben bezorgd op een adres in Hengelo.
De zaak draaide om vermeende betrokkenheid bij het verstoppen van wapens die gebruikt zouden zijn bij aanslagen in Enschede tijdens de hevige onderwereldoorlog in Twente. Eerder zijn al twee hoofdverdachten veroordeeld tot langdurige gevangenisstraffen voor hun rol in het geweld, terwijl de verdachte in kwestie, G. uit Enschede, door het Openbaar Ministerie als cruciale schakel werd gezien.
De vrijspraak is een zware tegenvaller voor het Openbaar Ministerie, dat de verdachte eerder bestempelde als voormalige handlanger van beruchte criminelen. De rechtszaak werpt opnieuw vragen op over de nauwkeurigheid van het politieonderzoek en de bewijslast in dergelijke complexe zaken.
Met de onverwachte uitkomst van deze zaak blijft de zoektocht naar de werkelijke daders en betrokkenen bij de criminele activiteiten in Twente voortduren. De uitspraak werpt een schaduw van twijfel over de zaak en zal ongetwijfeld tot verdere juridische overwegingen leiden.